Blauwe streepjes
Het waren 2 streepjes.
Je was twee blauwe streepjes. Op zo'n wit plankje. Ik was al lang 100 van die streepjes verder, maar het waren er nooit 2. Het was er steevast 1. Ik probeerde heel hard mijn best te doen om 2 van die streepjes te zien en omdat ik het soms zo erg hoopte, lukte het soms ook. In mijn hoofd. Nu waren het er écht 2. Met stomheid heb ik je vader opgewacht totdat hij uit zijn werk kwam en liet ik hem de 2 streepjes zien. Ik ben geloof ik nog nooit zo trots geweest op twee streepjes. Alsof ik ineens een examen als beste had afgelegd. Mijn lijf kon het toch! Ik had namelijk 2 streepjes!
De twee streepjes waren een bevestiging. Een bevestiging van ruim een jaar proberen. Een ruim jaar van in plaats van blauwe streepjes, rode vloed. Elke maand weer. Met alle goede bedoelingen van iedereen, het temperaturen om te bepalen wanneer ik een eisprong had, het drie kwartier op zijn kop liggen na de seks omdat je dan geen zaad kwijtraakt, het eten van ananas totdat het bizarre proporties aannam. Je gaat een heleboel vreemde dingen doen als je iets heel graag wilt. Waar de meeste vriendinnen maar naar hun vriend of man hoefde te kijken, duurde het bij mij lang. Ik wilde zo graag dat het werkte dat ik bij iedere kramp dacht dat het zover was. Ik kocht zwangerschapstesten om 'vroeg' te kunnen bepalen of je zwanger was en hield mijn cyclus nauwgezet bij. Toen ik eindelijk jouw 2 streepjes zag, kon mijn geluk niet op!
Helaas bleef je 2 blauwe streepjes. Helaas heb ik je nooit mogen vasthouden. Het was niet wat het was, je hartje stopte met kloppen. Jij was niet bedoeld voor deze wereld. Ik houd mezelf altijd voor dat de wereld nog niet klaar was voor jou. Dat de wereld nog geen ruimte had voor een mannetje als jij. Ik heb je zo gemist en ik mis je soms nog steeds zo erg. Hoe dat werkt vind ik ingewikkeld. Het is een soort oergevoel, uit het allerbinnenste van mijn hart. Dat jij er niet bent, terwijl je er wel bij hoort. Ik heb je nooit kunnen en mogen vasthouden. Je bestaat niet voor de buitenwereld en je hebt geen naam. Mensen hebben je niet gekend, alleen ik. Misschien vind ik dat nog wel het moeilijkst, dat er niets van jou is. Dat je slechts 2 blauwe streepjes was en niets meer bent. Stiekem noem ik je in mijn hoofd altijd "Dai", hoop. Jij was hoop, jij was verlangen. Ik ben de enige die jouw naam kent. Ik deelde het met niemand, en nog steeds niet.
De dokter zei; "je weet in ieder geval wel dat je zwanger kunt worden". Ik kon alleen maar naar hem staren. Wat bedoelde hij nou eigenlijk? Dat ik geen recht had op mijn tranen, op mijn verdriet? Ik wilde dat je zo snel mogelijk werd weggehaald uit mijn buik. Ik kon het niet verdragen je nog langer bij me te hebben, terwijl ik wist dat je niets zou worden. Achteraf heb ik daar wel eens spijt van. Nu heb ik je niet gezien, hebben ze je onder narcose van me weggenomen. Als ik gewoon had gewacht totdat mijn lichaam er zelf genoeg van had. Misschien had ik je dan, hoe klein ook, toch nog even kunnen zien. Nu gebeurde het in een koud ziekenhuis, lag ik op de kraamafdeling te kijken naar een vrouw die haar baby aan het voeden was. "Sorry, we hadden echt even geen andere plek". Er was zelfs een wiegje naast mijn bed, maar die bleef natuurlijk leeg. Gelukkig was je vader er wel. En toen ik thuis kwam, mijn ouders. Vrienden kwamen ook langs, maar ik voelde me zo zo leeg. Een lege buik en een leeg hart. Een mislukte vrouw, want échte vrouwen krijgen kinderen en verliezen ze niet.